Eindadvies Adviescollege Stikstofproblematiek: structurele aanpak

Sector: Agrarisch

Op 8 juni 2020 heeft het Adviescollege Stikstofproblematiek onder leiding van Johan Remkes haar eindadvies aan de minister van LNV aangeboden. In het eerste advies ging de commissie in op de acute maatregelen en die op de korte termijn. In het eindadvies gaat de commissie in op een structurele aanpak voor de langere termijn. Wat zijn de belangrijkste aanbevelingen met betrekking tot de landbouw? En wat is relevant voor de vergunningverlening en ruimtelijke inrichting?

 

Stikstofproblematiek: hoofdlijn van het advies

De hoofdlijn van het advies is dat er een geloofwaardige, integrale en gewaarborgde programmatische aanpak dient te komen. Deze aanpak moet leiden tot het realiseren van de natuurdoelstellingen waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd en die tevens onderdeel zijn van Europese afspraken. Om dit te realiseren doet de commissie een hele serie aanbevelingen. De meest relevante staan hieronder:

  • Ontwikkel een Programma Nationale Natuurdoelstellingen dat bestaat uit maatregelen gericht op het realiseren van de natuurdoelstellingen. Leg in dit programma de natuurherstelmaatregelen en de vereiste emissiereductie vast, en zorg voor een resultaatverplichting.
  • Maak in deze aanpak onderscheid in 2 met elkaar verbonden hoofdopgaven, namelijk: de natuuraanpak en de stikstofaanpak. Maak ook onderscheid in de aanpak van NH3-emissies en de aanpak van NOx-emissies.
  • Hanteer voor het reduceren van de NH3-emissies vanuit de landbouw gebiedspecifiek maatwerk. Dit gebeurt op basis van de doelstelling om in 2030 een reductie van minimaal 50% van de binnenlandse NH3-emissies te realiseren (t.o.v. 2019). Werk dit uit in concrete doelen per gebied.
  • Hanteer voor de aanpak van NOx-emissies een generieke aanpak, waarbij de totale binnenlandse NOx-emissies van alle sectoren in 2030 met minimaal 50% wordt teruggedrongen (t.o.v. 2019).
  • Waarborg dat de emissies in 2030 met 50% zijn gereduceerd. Hiermee wordt naar verwachting 74% van het areaal stikstofgevoelige natuur onder de kritische depositiewaarde (KDW) gebracht. Zorg ervoor dat de gewenste ontwikkeling ook na 2030 wordt doorgezet. Zo wordt vóór 2040 in vrijwel alle aangewezen Natura 2000-gebieden de stikstofdepositie onder de KDW gebracht en kunnen de natuurgebieden zich voor 2050 hersteld hebben.

 

 

Natuurherstel

Voor natuurherstel heeft de commissie een aantal aanbevelingen gedaan. Dit zijn de belangrijkste:

  • Waarborg met de structurele aanpak van de stikstofproblematiek een gunstige staat van instandhouding van Natura 2000-gebieden en het herstel van habitats die gevoelig zijn voor stikstof.
  • Tref herstel- en beheermaatregelen voor de instandhouding van Natura 2000-gebieden en pas waar nodig de hydrologische condities aan. Duurzaam natuurherstel vraagt om een serieuze inspanning. Daar is gebiedspecifiek maatwerk voor nodig.
  • Creëer overgangsgebieden en onderlinge verbindingen (corridors). Bied in de overgangsgebieden ruimte voor een optimale verwevenheid van functies (natuur, landschap, water, extensieve landbouw, transitie duurzame energie, woningbouw, recreatie).
  • Onderzoek of er aanvullende ecologisch waardevolle nieuwe natuurgebieden ontwikkeld kunnen worden, die niet tot de Europese verplichtingen worden gerekend. Deze gebieden moeten wel passen bij de unieke Nederlandse natuur.
  • Betrek het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Werk daarnaast vanuit een visie op het landelijk gebied waar natuurherstel en de overgangsgebieden onderdeel van uitmaken, naast de economische functies in het landelijk gebied.

Deze aanbevelingen gaan dus niet alleen over Natura 2000-gebieden. Er wordt breder gekeken. Net als naar de invulling van het buitengebied, wellicht conform een systeem zoals we dat kenden vanuit de reconstructieplannen.

Ammoniakreductie

Voor de reductie van NH3-emissies doet de commissie ook een serie aanbevelingen. De verlaging van NH3-emissies vanuit de landbouw moet worden gerealiseerd op basis van gebiedspecifiek maatwerk. Dat komt door de meer directe relatie tussen emissie en depositie. Om in 2030 de NH3-emissies vanuit de landbouw met minimaal 50% te kunnen reduceren, komt de commissie met de volgende 5M-oplossingsrichtingen.

1: Mineralen in balans

Reduceer de NH3-emissies door het mineralengebruik in de landbouw in balans te brengen

2: Moderniseren mestbeleid

Kom tot een grondige modernisering van het Nederlandse mestbeleid. Bereik een échte omslag waarin geen sprake is van overschotten en het gebruik van kunstmest wordt ingeperkt. Bevorder het gebruik van kwalitatief hoogwaardige dierlijke mest en zorg ervoor dat toepassing van drijfmest op akker- en weidegronden uiterlijk in 2030 is uitgefaseerd.

3: Maatwerk in ruimtelijke inrichting

Lever met goed ruimtelijk beleid een forse bijdrage aan de reductie van de emissies. Concentratie van grondgebonden landbouw op de daarvoor meest geschikte gronden kan minder agro-productieve gronden vrijspelen voor de natuur of een meer natuurgerichte landbouw met publieke diensten.

4: Minimaliseren lokale natuurbelasting

Voer een actief en gebiedsgericht landbouwbeleid, gericht op het minimaliseren van lokale natuurbelasting. Doe dat op basis van gericht maatwerk van in- en uitplaatsing van boerenbedrijven rond natuurgebieden.

5: Meten is beter weten

Ontwikkel een geavanceerd meetnet waarbij lokaal per boer de emissies worden gemeten. Hier moet zoveel mogelijk sprake zijn van open source, zodat er volstrekte transparantie is.

Als instrument voor de 5 oplossingsrichtingen adviseert het adviescollege de invoering van de Afrekenbare StoffenBalans (ASB). Hiermee kunnen de mineralen weer in balans komen, voor zowel grondgebonden als niet-primair grondgebonden bedrijven. De ASB dient in het te moderniseren mestbeleid opgenomen te worden.

Overige aanbevelingen

Verder heeft het adviescollege nog een serie aanbevelingen gedaan over de reductie van NOx-emissies in de industrie, mobiliteit, bouw en bij energiebedrijven. Ook heeft het Adviescollege aan aantal aanbevelingen gedaan voor de bestuurlijke, financiële en programmatische aanpak.

Tot slot

Het advies heeft betrekking op de lange termijn. De verwachting is dat het kabinet een reactie zal geven op het advies omtrent de stikstofproblematiek en dit zal afwegen en betrekken in het toekomstige stikstofbeleid.

 

Meer weten?

Heb je vragen over de stikstofproblematiek of over de structurele aanpak? Of wil je weten wat de aanbevelingen uit het eindadvies betekenen voor jouw bedrijf? Neem contact op met Robert Kamphuis.

Neem contact op met Robert Kamphuis

Neem contact op met Robert Kamphuis

Directeur | Senior Adviseur Ruimtelijke Ordening en Milieu

Scroll naar boven