
Neem contact op met Albert Albers
Senior Adviseur Ruimtelijke Ordening en Milieu
De stoppersregeling van het Actieplan Ammoniak Veehouderij eindigt per 1 januari 2020. Heb je eerder van deze regeling gebruikgemaakt? Houd er dan rekening mee dat je op 1 januari 2020 moet zijn gestopt met de varkens- of pluimveetak. Of dat de stallen vanaf dat moment aan het Besluit emissiearme huisvesting moeten voldoen.
Ondernemers met verouderde en kleine stallen maken vaak gebruik van de stoppersregeling. Verwacht wordt dat veel van deze bedrijven besluiten te stoppen op 1 januari 2020. Ben je dat inderdaad van plan? Vergeet dan niet een milieumelding te doen.
Waarschijnlijk val je onder het Activiteitenbesluit milieubeheer als je de stoppersregeling gebruikt. Als je een activiteit beëindigt die relevant is voor het milieu, moet je dit altijd melden bij de gemeente. Als je dieren houdt, is dit namelijk relevant voor het milieu. Wanneer je stallen leeg komen te staan, dien je dit dus te melden. Ook als een deel van de onderneming blijft bestaan, is dit verplicht. Denk bijvoorbeeld aan een melkveetak of een andere nevenactiviteit.
Uiterlijk 4 weken voor de beëindiging moet deze melding zijn gedaan. Heb je een omgevingsvergunning? Verzoek de gemeente dan om deze in te trekken.
Ga je door met je varkens- of pluimveetak? Weet dan dat na 1 januari 2020 de stallen moeten voldoen aan de eisen uit het Besluit emissiearme huisvesting. Als de ammoniakemissie toeneemt of als je meer dieren hebt dan wat is toegestaan volgens de stoppersregeling, moet je gebruik maken van emissiearme technieken in de stallen. Als je dit niet geregeld hebt, mogen er officieel geen dieren in de stallen aanwezig zijn.
Je wilt uiteraard koste wat het kost voorkomen dat je de stallen noodgedwongen leeg moet halen. Het is daarom van belang om ruim op tijd te zorgen dat je melding of aanvragen doet om te kunnen voldoen aan het Besluit emissiearme huisvesting.
Als je besluit te stoppen met de varkens- of pluimveetak, wat doe je dan met de stallen die leeg komen te staan? Het spreekt voor zich dat stallen die bouwkundig in slechte staat zijn, het beste gesloopt kunnen worden.
De kosten die hiermee gemoeid zijn, kun je ten laste laten komen van de fiscale winst. Als je definitief weet dat je wil gaan slopen, adviseren we dan ook om dit te doen als het bedrijf fiscaal gezien nog niet beëindigd is. In verschillende regelingen van de gemeente kun je gebouwen die gesloopt zijn inbrengen in een ruimtelijke procedure. De Rood-voor-Roodregeling of de Ruimte-voor-Ruimteregeling zijn hier voorbeelden van. In deze gevallen krijg je een woningbouwkavel waarbij je de sloopkosten met de opbrengst van de kavel (gedeeltelijk) kunt betalen.
Zijn de stallen in goede bouwkundige staat? Dan kunnen ze hergebruikt worden, wel of niet agrarisch van aard. Er zijn vaak ruime mogelijkheden voor Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) binnen de recentere bestemmingsplannen van gemeenten en er zijn veel toepassingen mogelijk. Recreatie, opslag, een werkplaats, en een praktijk aan huis zijn enkele voorbeelden.
Als je overweegt om de locatie te verkopen als woonlocatie, dan is het belangrijk om de bestemming te veranderen in ‘wonen’. De nieuwe eigenaar mag namelijk niet wonen in een agrarische bedrijfswoning als diegene geen agrarische activiteiten doet. De bank zal in dat geval ook geen hypotheek verstrekken aan de nieuwe eigenaar en dan wordt het een stuk lastiger om je locatie te verkopen.
Wil je meer weten over de mogelijkheden en gevolgen van de stoppersregeling? Neem dan contact met mij op.
Senior Adviseur Ruimtelijke Ordening en Milieu