
Neem contact op met Kristel Weren
Jurist | Senior Adviseur Ruimtelijke Ordening en Milieu
Ben je ondernemer in de paardensector? Dan heb je te maken met verschillende regels en moet je in veel gevallen een melding of vergunning hebben. Zowel op het vlak van milieu, natuur als ruimtelijke ordening moet je uitzoeken welke regels er voor jou van toepassing zijn. In dit artikel lichten we toe waar je op moet letten.
Voordat je kunt bepalen welke regels er voor jou gelden, moet je vaststellen of jouw dieren wel of niet onder het begrip landbouwhuisdier vallen. Landbouwhuisdieren zijn zoogdieren of vogels die je houdt voor de productie van vlees, eieren, melk, wol, pels of veren. Daaronder vallen bijvoorbeeld rundvee, schapen, geiten, varkens en kippen. Ook paarden en pony’s die je houdt om mee te fokken vallen onder deze definitie. Houd je jouw dieren hobbymatig? Dan vallen je dieren niet onder het begrip landbouwhuisdier.
Waar je ook rekening mee moet houden, is of jouw locatie een agrarische functie heeft of een functie gericht op sport en recreatie. De gemeente kan hier namelijk eigen regels voor opstellen in het omgevingsplan.
Ben je eigenaar van een hengstenhouderij? Hengsten heb en train je voor de komst van nakomelingen. Een hengstenhouderij is dus productiegericht en valt daardoor onder de definitie landbouwhuisdieren. Voor deze dieren gelden dezelfde milieuregels als voor fokpaarden/-pony’s.
Vallen jouw dieren niet onder het begrip landbouwhuisdier? Heb je bijvoorbeeld een springstal, dressuurstal, pensionstal of manege? Lees dan dit artikel over het berijden, africhten en trainen van paarden.
Houd je volwassen fokpaarden/-pony’s (ouder dan 3 jaar)? Afhankelijk van de aantallen heb je een informatieplicht, meldingsplicht of vergunningplicht. Houd je bedrijfsmatig maximaal 25 volwassen paarden of pony’s? Dan heb je een informatieplicht. Heb je tussen de 26 en 50 dieren? Dan moet je melding doen van je activiteiten. Je doet in dat geval een melding milieubelastende activiteit bij jouw gemeente.
Ga je na verloop van tijd meer paarden of pony’s houden (maximaal 50) of de inrichting van een stal veranderen? Dan moet je een nieuwe melding voor de aangepaste situatie indienen.
Houd je meer dan 50 volwassen fokpaarden/-pony’s? Dan heb je een vergunningplicht. In dat geval vraag je een omgevingsvergunning milieubelastende activiteit aan. Houd er rekening mee dat je sinds de invoering van de Omgevingswet legeskosten betaalt voor het aanvragen van deze omgevingsvergunning. De kosten hiervan verschillen per gemeente en kun je bekijken in de legesverordening van jouw gemeente.
Houd je opfokpaarden jonger dan 3 jaar? Voor deze dieren heb je geen melding- of vergunningplicht, maar alleen een informatieplicht.
Op het vlak van natuur is er ook actie nodig. Je moet namelijk weten of jouw activiteiten een negatief effect hebben op omliggende Natura 2000-gebieden. Hiervoor moet je weten hoeveel stikstof je uitstoot.
Net als voor andere landbouwhuisdieren (melkkoeien bijvoorbeeld), zijn er voor paarden ammoniakemissiefactoren vastgesteld. Wil je berekenen hoeveel stikstof je als paardenhouderij uitstoot? Dan kun je uitgaan van de waarden in ondergaand schema. Vervolgens maak je een berekening in het stikstofrekenprogramma Aerius Calculator. Uiteraard kunnen wij je hierbij helpen!
H-code | Diercategorie | Emissiefactor |
HL1.100 | Volwassen paarden > 3jr | 5,0 |
HL2.100 | Paarden in opfok < 3 jaar | 2,1 |
HL3.100 | Volwassen pony's < 3 jr | 3,1 |
HL4.100 | Pony's in opfok < 3 jaar | 1,3 |
Is de uitkomst dat jouw activiteiten een significant effect hebben op een Natura 2000-gebied? Dan heb je een Omgevingsvergunning Natura 2000-activiteit nodig. Hiervoor is de provincie het bevoegd gezag. Die beoordeelt jouw aanvraag op basis van de stikstofdepositie. Ook als je al een informatieplicht, meldingsplicht of vergunning hebt op grond van de milieuregels, kan aanvullend een natuurvergunning nodig zijn. De Aerius-berekening van de beoogde dieraantallen is hierbij leidend.
Behalve op het vlak van natuur en milieu zijn er ook op het vlak van ruimtelijke ordening stappen te zetten. Het is belangrijk dat je in het omgevingsplan van de gemeente bekijkt welke regels op jouw bedrijf van toepassing zijn. Daaruit kan blijken dat je een omgevingsvergunning of omgevingsplanwijziging moet aanvragen.
Wanneer je de verdeling van de dieraantallen of de indeling van jouw bedrijf wijzigt, bijvoorbeeld door de stro-opslag of paardenboxen te verplaatsen, dan moet je dit ook doorgevenbij het bevoegd gezag. De milieuregels gelden dus niet alleen voor dieraantallen.
De regels rondom vaste mestopslagen zijn afhankelijk van de wijze van opslaan, de grootte van je mestopslag en of je wel/geen landbouwhuisdieren houdt. Hieronder staan de regels waar je aan moet voldoen:
Korter dan 2 weken op 1 plek
Bij het opslaan van vaste mest, korter dan 2 weken op 1 plek, hoef je dit niet door te geven aan het bevoegd gezag.
Mestopslag < 3 m³:
Sla je minder dan 3 m³ mest op? Dan hoef je dit niet door te geven bij het bevoegd gezag.
Mestopslag > 3 m³:
Is je mestopslag groter dan 3 m³? Dan heb je te maken met deze regels:
Mestopslag > 600 m³:
Bij het opslaan van meer dan 600 m³ moet je een milieuvergunning aanvragen.
De meeste gemeenten vragen om een actuele milieutekening van jouw bedrijf. Deze moet je ook indienen. Op de milieutekening wordt onder andere gekeken naar:
Sinds de invoering van de Omgevingswet moet je over vergunningsplichtige activiteiten (zoals meer dan 50 fokmerries of meer dan 600 m³ mestopslag) legeskosten betalen. De hoogte van deze legeskosten verschillen per gemeente.
Verder gelden er meer regels voor milieu, geur en geluid waar je in sommige gevallen mee te maken kunt krijgen. In grote lijnen komen de regels op hetzelfde neer, maar wat er precies geldt voor jouw situatie, hangt af van het beleid van jouw gemeente en jouw bedrijf. Laat je daarom altijd goed adviseren als je iets wil aanpassen binnen je paardenonderneming.
Wil je meer weten over de wet- en regelgeving in de paardensector? Neem dan contact op met Kristel of Ginet. Zij helpen je graag verder.
Jurist | Senior Adviseur Ruimtelijke Ordening en Milieu